Surplacen is geen optie

Met zijn allen willen we meer op de fiets. De Fietsersbond wil dat, ouders staan ervoor aan de schoolpoorten, werkgevers rollen fietsleasing uit… Iedereen lijkt aan eenzelfde zeel te trekken. Ook de Vlaamse Regering sprak uit dat het aantal kilometers afgelegd met de auto tegen 2030 moet dalen met 12%.

Fietsberaad Vlaanderen, een kenniscentrum dat overheden ondersteunt en onderzoek doet naar het fietsbeleid, legde de verschillende beleidsdoelstellingen van overheden naast elkaar. Daaruit formuleerde het een ambitie: 20% van alle verplaatsingen in Vlaanderen zouden fietsverplaatsingen moeten zijn. Vandaag is dat 13 à 15%. Dagelijks worden er in Vlaanderen ruim 16.000.000 verplaatsingen afgelegd. Daarvan zijn er ongeveer 2.000.000 waarvoor Vlamingen de fiets nemen. We moeten naar 3,2 miljoen. Dat is dus nog een hele inspanning.

Heel wat steden zijn vandaag al échte fietssteden. Ze halen makkelijk een fietsaandeel van 30%, zeker in de binnenstad. En ook heel wat gemeenten scoren hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Vooral de laatste jaren verandert het lijstje aan de top. In de steden Gent, Leuven, Kortrijk en Antwerpen wordt steeds meer gefietst en ook in Brussel bougeert het duidelijk. Ook kleinere steden en gemeenten zetten heel wat stappen vooruit: Bonheiden, Peer, Oostkamp,… Niet alles is er perfect, maar het gaat wel de goede kant op. Bij de ene wat sneller dan bij de andere.

Maar wie dieper in de cijfers graaft, ziet ook dat het op sommige plaatsen niet de goede kant op gaat. Ook op plaatsen waar traditioneel veel gefietst wordt (check zelf de cijfers van de stads- en gemeentemonitor!). Het fietsen gaat er licht, ja soms zelfs sterk, achteruit. Het moet voor beleidsmakers een les zijn. Niets is verworven. Als je denkt dat je er bent, moet je vooral nog een tandje bijsteken. Wie na een lange klim de top heeft bereikt, moet kijken welke volgende berg in het fietsbeleid hij kan beklimmen.

De doelstelling van 20% fietsverplaatsingen betekent dat er 1,2 miljoen extra fietsverplaatsingen moeten bijkomen. Dat is geen kleine ambitie. Het vraagt inzet van alle overheden samen. Veilige fietsroutes zijn essentieel voor een sterk fietsbeleid. Niet alleen het fietsgebruik maar ook de diversiteit aan fietsers neemt toe. Het fietspad hoort een plek te zijn waar elke fietser zich welkom voelt, maar ook in gewone straten zonder fietspad en aan kruispunten moet de veiligheid van de fietser gegarandeerd zijn. Dat vraagt van overheden een sterke focus om vanuit het perspectief van de fietser naar beleid te kijken – zonder de voetganger uit het oog te verliezen. Ruimte om de fiets op de bestemming ordelijk te stallen is onontbeerlijk. Dat zijn de uitdagingen voor de komende jaren: veilige fietsinfrastructuur én deugdelijke fietsparkeerplaatsen. Alleen door daarin te investeren kunnen we het mobiliteitsbeleid verduurzamen en de leefkwaliteit in steden en dorpen doen toenemen.

Gelukkig hebben heel wat lokale besturen in hun bestuursakkoord geschreven dat zij het fietsen belangrijk vinden en fietsstad willen worden. De beleidsvisie uit het bestuursakkoord wordt nog dit jaar vastgelegd in het budget. Vlaamse steden investeren ongeveer 9 euro per inwoner in het fietsbeleid, zo wees onderzoek van Fietsberaad Vlaanderen uit. Wie ambitie heeft én een echte fietsburgemeester wil worden, moet ook meer middelen toewijzen. Het dubbele. Minstens.

Surplacen is geen optie…

Deze blog verscheen eerder als opiniestuk in Veelo, het magazine van de Fietsersbond (september 2019).

Plaats een reactie

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑